Genesis II

Genesis (drieluik 280 x 100 + 70 x 80)

13/02/2014

Genesis III

Genesis I

Over het ontstaan van onze wereld zijn in er de loop der tijden nogal wat controversen ontstaan. Vooral toen Darwin in de 19e eeuw zijn evolutietheorie publiceerde, verloor het aloude Bijbelse scheppingsverhaal nogal wat terrein.
Maar of je nu gelooft in het ‘Darwinisme’, of een aanhanger bent van het ‘Creationisme’, doet er eigenlijk niet zoveel toe. Beide verhalen passen eigenlijk wonderwel in elkaar, zeker als je beseft dat het eeuwenoude Genesis verhaal werd geschreven door eerder eenvoudige mensen, in een tijd dat ‘wetenschap’ nog een absolute onbekende was.
En het blijft een mooi en tot de verbeelding sprekend verhaal. Genesis vertelt ons dat God de hemel en de aarde schiep, en de aarde woest en duister was. Zoals een kunstenaar die een eerste ‘aanzet’ van zijn kunstwerk doet, en het vervolgens kritisch bekijkt, zag ook Hij dat zijn werk nog lang niet af was, en dus schiep Hij het ‘licht’, de zon en maan, om het licht en de duisternis te scheiden, en het ’uitspansel’ boven de aarde.
Zijn schepping kreeg wel al meer kleur en dimensie, doch miste nog de ‘finishing touch’.
Dus schiep Hij land en water, bomen en gewassen, en uiteindelijk de mens.
En Hij zag dat het goed was.

Darwin’s evolutieleer ontkracht dit mooie verhaal niet, doch ‘verduidelijkt’ en ‘verklaart’ het mijn inziens eerder. Vanuit de ‘oerknal’, en de daaropvolgende onvoorstelbare chaos, vormde zich het heelal, met ontelbare sterren zoals onze zon, omcirkeld door planeten zoals de aarde.
Vervolgens ontstonden daar allerlei levensvormen, onder meer ‘de mens’.
De wetenschap leert ons dat de ‘bouwstenen’ voor menselijk en ander leven mogelijks vanuit de ruimte tot de aarde werden gebracht d.m.v. meteorietinslagen. Pas na de inslag van een enorme meteoriet, die een ‘nucleaire winter’ op deze aarde moet hebben veroorzaakt, en waarschijnlijk oorzaak was van het uitsterven van alle toenmalig leven, verscheen er o.a. een nieuwe levensvorm, die doorheen zijn evolutie is uitgegroeid tot een intelligent wezen, in staat tot het ontwikkelen van complexe denkpatronen, de mens.
Bijzonder daarbij is dat de mens behept is met gevoelens zoals vriendschap en liefde, doch ook haat, met medelijden, doch ook onverschilligheid.

De mens heeft een duidelijke ‘spiritualiteit’ ontwikkeld. Hij is een ‘bezield’ wezen, dat keuzes kan maken, beslissingen nemen over zijn eigen lot, en dat van de wereld waarin hij leeft.
De geschiedenis leert ons dat diezelfde menselijke gevoelens voor veel goeds, doch spijtig genoeg ook voor veel kwaad hebben gezorgd. De wereldschokkende gebeurtenissen van twee grote wereldbranden in de eerste helft van de 20ste eeuw, de Koreaanse en Vietnam oorlogen, Darfoer, Afganistan, Irak en zoveel andere oorlogen die we reeds vergeten zijn, hebben een ‘tegenbeweging’ op gang gebracht. De mens heeft inderdaad nog een ‘keuze’. Hoewel vaak hardleers, kan hij verzaken aan het kwade, het pure eigenbelang, de machtshonger. Hij kan kiezen voor vrede, vriendschap, verdraagzaamheid, sociale en economische solidariteit met alle mensen, alle volkeren, alle religies.

De vredesbeweging, de ‘flower power’, de ‘Woodstock’ boodschap uit de vroege jaren zestig, mijn eigen jeugdjaren, logen er niet om, de wereld snakte naar vrede.
In klank, woord en beeld gingen de kunstenaars de confrontatie aan, werd de zoektocht naar de ‘ware zin van het leven’ verder gezet, de boodschap uitgedragen. De gedachte aan een nieuwe, betere, meer rechtvaardige, doch vooral vredevolle wereld klonk toen heel luid.
Doch de toenemende welvaart, de opmars van de Westerse economieën en de vele andere interesses die daaraan gepaard gingen, lieten steeds minder plaats aan dit ‘idealistisch’ gedachtegoed.
Toch heeft het een goed deel van de mensen nooit losgelaten, en vandaag, zoveel gewapende conflicten en hongersnoden later, wint het weer veld.
Aandacht voor waarden als; ‘Geef mij je vriendschap, jouw liefde, dan geef ik je de sleutel van mijn hart’. Méér aandacht voor het spirituele, de juiste balans tussen lichaam en geest, de plaats ook die we als mens innemen in het wonderlijke geheel van onze wereld, van het hele universum.

Dit werk wil niet enkel een ‘ode aan het Licht’, aan ‘de Grote Energie’ zijn, waar alle leven in oorsprong vandaan komt en ook weer naartoe gaat. Echter ook aan al het mooie van de natuur.
Het wil oproepen tot ‘respect’ voor elkaar, begrip voor elkanders ethische en filosofische overtuiging, tot ‘vertrouwen’ i.p.v. ‘wantrouwen’.
Het is als het ware een akte van geloof, hoop en liefde.

Hoewel op hetzelfde thema en dezelfde filosofie gebaseerd en dus duidelijk aanverwant, kunnen de vier werken die samen de reeks Genesis uitmaken, ook afzonderlijk worden beschouwd. Zij vormen hoofdstukken in een verhaal, dat als een rode draad doorheen deze hele tentoonstelling, deze “fantastische reis” loopt. Een veel gehoord en veel gezien verhaal wellicht, doch hier door mij in mijn eigen taal en op eigen wijze weer onder de aandacht gebracht.

Genesis IV

Plaats een reactie